Mauritsvandewater.jouwweb.nl

hoofdstuk 4 verlichting

Hoofdstuk 4 Verlichting

Zodra het buiten donker wordt, bepaald de kunstverlichting de sfeer in het interieur. Naast sfeer creëren moet verlichting de mogelijkheid bieden om bepaalde activiteiten uit te voeren of om juist te ontspannen. Kunstlicht kan in drie groepen worden verdeeld: direct, indirect en diffuus verlichting. Bij direct licht ontvangt het oog de lichtstraal rechtstreeks. Dit licht is vooral bedoel om grotere vlakken te verlichten. Voorbeelden hiervan zijn bureaulampen en eettafellampen. Belangrijk voor deze lampen is, dat ze op de goede hoogte hangen. De gloeilamp mag daarbij niet zichtbaar zijn.
Bij indirect licht ziet men de lichtbron niet als zodanig. Deze verlichting is dan ook een echte sfeer bepaler. Diversen lampen kunnen worden gebruikt om in een interieur diverse accenten te plaatsen. Minder gezellig is diffuus licht. Bij deze lichtbronnen wordt het licht naar alle kanten verspreid. Om een functioneel en een decoratief verlichtingsplan te ontwerpen, levert een evenwichtige combinatie van de drie groepen het beste resultaat op. Er zijn erg veel verschillende soorten lampen. Zo heb je tafellampen, hanglampen, wandlampen en vloerlampen. Elke lamp zorgt voor zijn of eigen functies of sfeer bepaling.

Daglicht

In een kamer is de verdeling van het licht, hoeveel ramen er ook zijn, altijd enigszins ongelijk, tenzij men een aantal daklichten aanbrengt die het licht gelijkmatig verdelen. Binnen is men afhankelijk van de grootte van de ramen, de indeling van de ramen en de kleur van het glas. Bomen voor het huis werken ’s zomers als filters van het licht, maar ’s winters laten de kale bomen juist weer meer licht door. Vitrages voor de ramen nemen iets van het daglicht weg, maar ze zorgen ook voor mooiere verspreiding van het licht en gaan verblinding tegen. Daglicht heeft een aantal vaste 
gegevens. Noorderlicht is het meest contant in hoeveelheid en in kleur. In ruimten die op het oosten, westen of zuiden zijn gelegen is het verschil in daglicht juist heel groot, vooral als de ramen aan één kant van de ruimte zijn gesitueerd. De interieurarchitect kan deze verandering van licht enigszins compenseren door de wanden een kleur te geven. Ook met zonwering kan de lichtsterkte worden aangepast. Toch is de weergave van kleuren bij daglicht veel beter vergeleken met de weergave van kleuren bij kunstlicht.

Kunstlicht


Het interieur ziet er ’s avonds bij kunstlicht heel anders uit. Men kan met kunstlicht een bijzondere sfeer creëren. Verlichting kan in principe op iedere plaats worden aangebracht. De interieurarchitect moet daarbij wel rekening houden met de bestemming van de ruimte, dus wat men allemaal aan activiteiten in die kamer wil doen en hoeveel licht men daarbij nodig heeft. Zichtbaarheid van een structuur van een wand of de kleuren van het meubilair hangt niet alleen af van de hoeveelheid licht die er op valt, maar vooral ook van de richting van de lichtbron. Bij indirect licht zijn vormen en structuren minder duidelijk zichtbaar dan bij direct licht. De interieurarchitect stelt eerst vast op welke plekken in het interieur in ieder geval licht nodig is om bijvoorbeeld te kunnen lezen, werken of eten. Voor deze activiteiten heeft u ‘direct’ licht nodig. Daarnaast kan de interieurarchitect ‘indirecte’ licht toepassen om de rest van de ruimte te verlichten. Te grote contrasten van licht en donker kunnen erg hinderlijk en onrustig zijn. Het is de kunst om een goed evenwichtig te vinden tussen ‘direct’ en ‘indirect’ licht. Te veel licht, vooral verblindend licht, kan heel onaangenaam zijn, maar ook te weinig licht is niet prettig en heel vermoeiend voor de ogen. Directe en indirecte verlichting kunnen bijna in elke ruimte worden gecombineerd.

Soorten verlichting

Sommige voorwerpen in een ruimte wil men soms wat extra accentueren, omdat ze heel decoratief zijn, bijvoorbeeld schilderijen, een bepaald meubel of een voorwerp van een verzameling. Accentverlichting dient spaarzaam te worden toegepast. Door teveel voorwerpen te voorzien van accentverlichting schiet men het doel voorbij. Er zijn veel soorten spots verkrijgbaar om lichtaccenten aan te brengen, zowel met een smalle lichtbundel voor kleine voorwerpen als met een brede lichtbundel voor grotere objecten. Dan het je basisverlichting, dit zijn de lichtpunten in het interieur: wandlampen, staande en hangende lampen, enz. al deze soorten verlichting zorgen samen voor een basisverlichting. Voor het uitvoeren van bepaalde activiteiten in een ruimte is plaatselijke verlichting nodig. Plaatselijke verlichting is nodig om te kunnen lezen, werken of bij bezigheden in de keuken. De manier waarop het licht door de lamp wordt verspreidt, is bepalend voor de hoeveelheid licht. Lampen die diffuus licht verspreiden geven minder kans op hinderlijke schaduwvorming die vervelend kunnen zijn bij bijvoorbeeld lezen. De keuze van verschillende lampen (armaturen) voor deze toepassingen zijn enorm. De verschillende toepassingsmogelijkheden van deze verschillende armaturen zijn de volgende:

Inbouwarmaturen.
Zijn over het algemeen ingebouwd in het plafon. Inbouwarmaturen kunnen voor plaatselijke verlichting, accentverlichting en decoratieve verlichting worden gebruikt. Opbouwarmaturen worden meestal gebuikt als er geen mogelijkheden zijn om armaturen helemaal of half in te bouwen. Opbouw armaturen zijn in geheel zichtbaar en moet de vormgeving van de lamp wel weer moeten combineren met de vormgeving algemeen. Opbouwarmaturen zijn voor hetzelfde geschikt als inbouwarmaturen. 

Armaturen aan snoer, pendels, en staaldraden.
De zogenoemde hanglampen, kunnen worden toegepast wanneer de verlichting lager in de ruimte moet hangen dan de hoogte van het plafond zelf, bijvoorbeeld boven de tafel. Deze armaturen geven niet alleen plaatselijke verlichting, maar zorgen ook voor variatie in lichtbronnen met een verschillende lichtopbrengst. Armaturen die aan het plafon hangen, kunnen heel decoratief zijn. Verder kunnen ze worden toegepast als plaatselijke verlichting en accentverlichting. 

Armaturen voor bevestiging aan een spanningsrail.
Deze bieden veel mogelijkheden omdat bij deze armaturen niet direct de aanwezigheid van een elektrisch aansluitpunt nodig is. Er is een grote keus aan armaturen voor bevestiging aan een spanningsrail. De spanningsrails zelf zijn er in verschillende uitvoeringen. Ze kunnen ook tegen verticale vlakken worden aangebracht. Ze zijn te gebruiken als decoratieve verlichting, plaatselijke verlichting en accentverlichting.


 


Staande armaturen.
Staande lampen zijn er in alle soorten en maten. Deze armaturen kunnen in principe op elke willekeurige plaats in de kamer staan. De armatuur moet wel zo geplaatst worden dat er geen hinderlijke schaduwen vallen juist op die plaatsen waar ment het licht nodig heeft. Van de meeste staande lampen kunt men de lichtsterkte regelen. Ze zijn daardoor voor verschillende doeleinden geschikt, zowel voor plaatselijke verlichting, indirecte verlichting via het plafond en decoratieve verlichting.

Wandarmaturen
Het licht dat bijvoorbeeld bij een wandarmatuur naar boven wordt uitgestraald, zorgt plaatselijk voor indirecte verlichting via het plafond. Als het licht naar beneden wordt uit gestraald is een tafelarmatuur ook goed te gebruiken als leeslamp.
Armaturen die aan de wand hangen, kunnen heel decoratief zijn. Verder kunnen ze dus worden toegepast als plaatselijke verlichting, indirecte verlichting en accentverlichting.