Mauritsvandewater.jouwweb.nl

Hoofdstuk 7 in gesprek met de interieurarchitect

 

Voor mijn profielwerkstuk ben ik op zoek gegaan naar mensen uit de praktijk. In mijn nabije omgeving ken ik iemand die inmiddels zeer bekent is geworden als interieurdesigner, Piet Boon. Ik ken Piet privé via de zwemvereniging, Piet heeft jaren waterpolo gespeeld bij ZC Nereus en ik heb het genoegen gehad om samen met hem te mogen waterpoloën. Ik heb e-mailcontact gehad met Piet maar hij was te druk en hij had geen tijd voor een interview.

 

Richard Vink

Via internet kwam ik Richard Vink op het spoor wie ik kende van het programma SBS6 Huizenjacht. In dit programma zijn mensen op zoek naar een nieuwe woning, hen wordt meestal drie woningen getoond. Richard heeft in dit programma een adviserende rol en maakt een nieuw interieurontwerp van één bepaalde ruimte van één van de woningen. Hij laat die vervolgens met computeranimaties aan de kandidaten zien en zet hen vervolgens op het verkeerde been bij hun keuze. Hij toont hiermee aan dat er veel meer mogelijkheden zijn in een interieur dan op het eerste oog te zien is; de kandidaten kijken vaak niet verder dan het huidige interieurbeeld. Meer dan eens kiezen de kandidaten aan het eind van het programma een andere woning dan voor zijn animatie.

Op vrijdag 26 oktober ben ik op de bonnefooi naar Amsterdam afgereisd naar de Sarphatistraat 370, waar Richard Vink zijn kantoor heeft. Helaas, hij was op dat moment niet aanwezig, ik heb hem toen vervolgens ter plaatsen mobiel gebeld. Hij was op dat moment in gesprek met een klant zodat hij mij niet te woord kon staan, maar hij wilde me wel te woord staan dus heb ik hem later teruggebeld. Richard wilde mij helpen mijn profielwerkstuk en ik mocht hem komen interviewen. We spraken een datum af, 19 november 16.00 uur, op zijn kantoor. In het weekend gaf hij echter aan dat hij die maandag een afspraak met een klant had en hierdoor verhinderd was. Maar hij wilde mij alsnog graag helpen en vroeg mij mijn vragen aan hem te mailen, een dag later had ik meteen zijn antwoorden binnen. Op vrijdag 30 november ben ik alsnog bij Richard op kantoor geweest en heb nog wat aanvullende vragen kunnen stellen. Ik hem toen hartelijk bedankt met een flesje Zaanse likeur, dat kon hij wel waarderen en ik mag hem indien nodig om hulp vragen.

Interview met Richard Vink

  Hoe wordt u door uw klanten benaderd? Met een plan voor een bepaalde ruimte of een bijvoorbeeld een probleem?

De klant benaderd mij omdat zij behoefte hebben iets in hun woning aan te passen. Dat kan zijn het interieur of de woning zelf. In dat laatste geval maak ik een ontwerp waarin ik bouwkundige aanpassingen voorstel. Daarna richt ik het geheel dan vaak in. Het is per klant verschillend om welk gedeelte van het huis het gaat. Het leukste zijn de projecten waar je alles kunt doen omdat je er dan een mooi geheel van kunt maken.

  Welke dingen vraagt u zoal aan uw klanten?

Het is voor mij belangrijk om te weten welke onderdelen van het interieur terug moeten komen in het nieuwe plan. Het is ook heel belangrijk om te weten van welke sfeer, materialen en kleuren mensen houden. Daarnaast vraag je ook naar hele specifieke dingen als mensen bijvoorbeeld allergieën hebben of minder mobiel zijn.

 

  Aan welke wensen van de klant hecht u veel?

De sfeer en ook heel erg aan wat mensen niet mooi vinden. Te vaak vind ik dat architecten en ontwerpers doen wat ze zelf mooi vinden. Het gaat erom dat de opdrachtgever zich straks thuis voelt.

 

 

  Maakt u meteen schetsen en aantekeningen?

Ik maak altijd gelijk aantekeningen en schetsen als het nodig is. Meestal wordt er een 3D model gemaakt van het hele huis dus hoef ik van te voren geen schets te maken.

 

  Na dit eerste gesprek, gaat u dan meteen een model maken voor de klant?

Ja, na dit gesprek wordt er inderdaad gelijk een model gemaakt. Dit gebeurt door de Renderfabriek.

 

  De klant vindt het ontwerp niet mooi, wat doet u dan?

Gelukkig gebeurt dat nooit. De klant kan wel een deel van het ontwerp niet mooi vinden. Daarom maak ik eerst een voorlopig ontwerp. Dat spreek ik helemaal door met de klant. De aanpassingen die zij door willen voeren verwerk ik in de tekeningen en dan hebben we een definitief ontwerp waar de opdrachtgever tot nu toe gelukkig altijd blij van is geworden.

 

 

  Is het uiteindelijke ontwerp (hetgene wat de klant wil) ook hetgene wat u het beste lijkt?

Het is niet altijd zo dat ik het zelf mooi hoef te vinden. Smaken verschillen en het is heel

belangrijk om je te verplaatsen in het gevoel van de klant. Ik sta natuurlijk wel altijd achter

het ontwerp dat ik heb gemaakt.

 

     Wat is de volgende stap in de uitwerking van het project,

als de tekeningen en/of modellen klaar zijn?

Afhankelijk van het project worden de tekeningen uitgewerkt in bouwkundige tekeningen,

volgt er een aannemerselectie, wordt het huis verbouwd en daarna ingericht.

 

 

  Betrekt u dan ook anderen bij het project: projectontwikkelaars/aannemers?

Ja zeker, vastgoedontwikkelaars, aannemers, meubelmakers etc.

 

 

  Wordt het oorspronkelijke model /tekening altijd helemaal hetzelfde
bij de realisatie van het project?

Een tekening is nooit exact het zelfde als het eindresultaat. De tekening geeft een sfeer aan en de exacte uitwerking is afhankelijk van de meubels, stoffen en overige materialen die uiteindelijk worden uitgekozen. Het ontwerp en de indeling zijn wel altijd goed te herkennen.

 

 

  Volgen projectontwikkelaars/aannemers het hele plan precies of passen ze dingen aan?

Ze passen soms in overleg met mij dingen aan. Dan sturen we tekeningen over en weer naar elkaar, bespreken we dingen telefonisch, per mail en op de bouw.

 

 

  Is de klant het hele proces betrokken?

De klant bepaalt zelf hoeveel ze bij het hele verhaal worden betrokken. Sommigen zijn er

elke dag en anderen willen het pas zien als het klaar is.

 

  Wat als de klant niet tevreden is met het eindproduct?

De klant moet altijd met een tevreden gevoel achterblijven dus ik doe er altijd alles aan om eventuele klachten etc. zo snel mogelijk op te lossen.

 

 

Richard Vink heeft tijdens mijn bezoek aan hem een kleine rondleiding gegeven in zijn kantoor, ik mocht toen meekijken op een moodboard van een nieuwe opdracht waarmee hij op dat moment bezig was. Hij heeft op zijn computer laten zien met welke programma’s hij werkt om ontwerpen te creëren. Vervolgens heeft hij mij inzicht geven in een opdracht, waarbij hij bezig was met het maken van 3D visualisaties in overleg met de Renderfabriek.

Ik hem ook nog wat vragen gesteld naar aanleiding van de antwoorden die hij mij had gegeven via de mail.

  Wat is uw eigen stijl (‘handtekening’)?

Nou die is eigenlijk tamelijk saai. Ik bedoel weinig gebruik van futiliteiten in mijn ontwerp. Less is more!

 

  Komt het voor dat de klant een heel andere smaak dan uw ontwerpen?

Nee, men benadert mij meestal nadat ze mijn site en portofolio gezien hebben. Hierdoor weten ze wat voor ontwerpen ik maak en wat mijn stijl is. Daardoor heb ik nog nooit meegemaakt dat mensen mij opdrachten gaven die niet in mijn stijl zijn.

 

  Waarom moet er tijdens de realisatie dingen aangepast worden?

Tijdens de realisatie wordt je soms geconfronteerd met onvoorziene zaken. Verborgen balken, dragende muren en nutsvoorzieningen dwingen mij soms de plannen aan te passen, waardoor sommige maatvoeringen moeten worden veranderd en het resultaat iets wordt gewijzigd.

  Hoe maakt u een lichtplan?

Ik maak eerst het ontwerp en de inrichting van mijn opdracht en hier pas ik mijn lichtplan op aan. In dit lichtplan vul ik eerst alle noodzakelijk verlichting in, de basisverlichting. Daarna de sfeerverlichting aangevuld met eventuele accentverlichting.

 

Max Louw

Mijn contact met Max Louw is op een aparte wijze tot stand gekomen. Hij is namelijk de opa van mijn vriendin Pien Louw. Max heeft samen met zijn vrouw van 1970 tot 2001 een zeer toonaangevende winkel gehad in Koog aan de Zaan; iedere beetje Zaankanter kende zijn zaak. Het was voor mij dus niet zo moeilijk om een interview te regelen met iemand die zoveel over interieurarchitectuur weet. Ik ging met dezelfde vragen (die ik voor beide interviews had voorbereid) naar Max toe maar zoals u zult lezen werd dit een heel ander interview. Ik heb ook hele andere vragen tussendoor gesteld.

  U bent niet officieel betiteld als interieurarchitect?

Nee, dat klopt. Vroeger gebruikte vele mensen deze titel tot het een beschermd beroep werd. Ik heb zelfs een officiële brief ooit ontvangen waarin stond dat ik het niet in mijn hoofd mocht halen, deze titel te voeren. Ik heb deze naam ook nooit zelf uitgedragen. Ik was maar gewoon een adviseur met een winkeltje met meubelen.

  Ja, die winkel, hoe kwam u daarin terecht?

Nou dan gaan we terug naar de crisistijd van de vorige eeuw. Mijn vader wilde graag Tuinarchitect worden, maar daar zag mijn opa geen brood in. Word jij nou maar gewoon timmerman, want gebouwd wordt er altijd. Dus mijn vader ging leren voor timmerman. Maar in de crisistijd raakte hij toch werkeloos en hij besloot hier op de Hoogstraat een winkeltje te beginnen. Mijn vader begon deze winkel met dingen, die voor díe tijd erg luxe waren. Bijzondere stoffen, Engelse artikelen en duur servies; kocht je toen een kop en schotel voor een kwartje, mijn vader verkocht een mooier stel (design) voor een gulden en een kwartje. Hij was zelf erg handig en maakte klein meubilair en sieraden. Die noem je eigenlijk huisvlijt, kunstnijverheid. Na de oorlog zouden wij gaan verhuizen naar Frankrijk, waar mijn vader een pottenbakkerij zou overnemen. Maar het liep anders hij kreeg de Hoogstraat 22 aangeboden en heeft daar de winkel voortgezet. Dat was ‘booming business’, want na de oorlog leefde alles op, dus ook de handel interieurartikelen. Mijn vader heeft overigens ook heel lang stoffen verkocht, maar na de oorlog haalde de confectie industrie het maken van kleding in. In 1970 hebben wij de winkel overgenomen. Op een andere locatie, Hoogstraat 52 en op een andere manier; design meubelen, gordijnen, verlichting en allerlei soorten design artikelen.

  Wat deed u voordat u de winkel overnam van uw vader?

Ik heb altijd graag willen ontwerpen. Ontwerpen in de breedste zin van het woord, dus bouwwerken, interieurs, meubels, bestek…. eigenlijk alles! Het hele scala als het maar met de mode te maken had, want dat vond ik altijd erg interessant. Daarom ben ik naar de middelbare technische school gegaan om bouwkunde te gaan leren. In eerste instantie wilde ik naar de kunstnijverheidsschool (later Rietveldacademie) maar ik kwam niet door het toelatingsexamen. Maar goed ook, want bouwkunde vond ik razend interessant (staalconstructies leren, bouwtekeningen maken) en ik hield er een heel interessant stageadres aan over. Ik heb tijdens die stage veel geleerd en daar mijn toekomstige zakenpartners leren kennen ( twee man van de TU Delft). Na mijn opleiding moest ik in militaire dienst en daarna heb ik op eigen initiatief een jaar meegelopen in de bouw. Toen ben ik een éénmansbedrijf begonnen en ging samenwerken met de twee zakenpartners van mijn stage periode. Zij waren inmiddels vennoten bij dat stageadres geworden en schoven mij regelmatig werk toe. In mijn eentje had ik het al snel heel druk. De zaken gingen prima we hebben een ander architectenbureau overgenomen en later zelfs een staalconstructiebedrijf. Eind jaren ’60 kwam het plan om een bureau te openen in Rotterdam; AMRO bank was een goed klant van ons. Ik had hier helemaal geen zin in, want ik kende niemand in Rotterdam en wat had ik daar te zoeken. Toen kwam de winkel van mijn vader in beeld.

  En zo werd u interieuradviseur?

Ja, de mensen kwamen naar de winkel voor nieuwe meubelen, gordijnen etc. en vroegen mij om advies en zo kwamen de opdrachten tot stand.

  Welke dingen vroeg u zoal aan de klanten

Het is belangrijk om te zien hoe mensen leven; houden ze van knus wonen of hebben ze veel ruimte nodig. Wat voor hobby’s hebben de mensen en wat voor wensen voor hun woning. En waar hebben ze een hekel aan, dat is makkelijker dan te vragen wat ze mooi vinden, want dan zijn opeens een heleboel dingen ‘wel’ mooi.

  Waaraan hechte u het meest?

De mens een huis bieden waar hij gelukkig is en zich geborgen voelt. Ik verplaatste me in de klant en creëerde een ruimte speciaal voor die persoon, geen enkel interieur is hetzelfde want iedere persoon is anders.

  Wat vindt u het belangrijkste van een ontwerp?

Ik vind de verlichting van een ontwerp erg belangrijk; veel aandacht voor het lichtplan is nodig. Ik vind dat je beter op een sinaasappelkistje kunt gaan zitten die goed verlicht is dan dat je op een prachtige bank zit en in een donker gat kijkt.

  Maakte u meteen schetsen en aantekeningen?

Ja, ik maakte schetsen tijdens het bezoek en daarna ontwierp ik de tekeningen in een groot formaat (1:20); dit was voor 80% van de klanten beter te begrijpen dan klein formaat. In mijn tijd waren er wel computerprogramma’s om animaties te maken, maar deze waren heel erg duur en je had een opleiding nodig voordat je hiermee om kon gaan.

  Als de klant het ontwerp niet mooi vond, wat deed u dan?

Dat kwam eigenlijk nooit voor, want de klanten kwamen binnen via de winkel. Daar zagen ze onze stijl en ik zag welke meubelen of andere interieuronderdelen zij mooi vonden. Het ontwerp dat ik hiervan maakte kwam hiermee overeen met hun wensen en zo kwamen zij niet voor verassingen te staan.

 

  Betrok u ook andere bij het project: projectontwikkelaar/aannemers?

De bouwkundige tekening en het lichtplan maakte ik natuurlijk zelf en daarna benaderde ik een aannemer en/of elektricien en soms had de klant zelf iemand op het oog.

  Werd het oorspronkelijke model/ontwerp helemaal hetzelfde bij de realisatie van het project?

In principe wel tenzij er onvoorziene omstandigheden waren dan moesten we het ontwerp aanpassen en moesten we als oplossing een aantal maatvoeringen wijzigen. Dat kwam dan voor omdat ik zelf iets over het hoofd had gezien.

  Was de klant bij het hele proces betrokken?

Dat hing er vanaf, bij een nieuwbouwwoning niet, omdat de klant ergens anders woonde. Maar bij een verbouwing/renovatie soms wel. Sommige klanten vonden het juist leuk, maar als de verbouwing erg ingrijpend was dan stuurde ik ze ook wel een weekje op vakantie. Het huis was bijna niet te bewonen als de aannemer alle ruimte in beslag nam en daarbij het water en licht was afgesloten.

 

Vergelijkingen, verschillen en overeenkomsten

v  Richard Vink en Max Louw hebben beiden een eigen stijl en worden om die rede door klanten benaderd, dat komen ze overeen. Het verschil hierin is dat Richard Vink een site heeft (met een portofolio) met zijn stijl die de klant interesseert. Max Louw had een winkel waarin hij zijn stijl etaleerde.

v  Richard Vink en Max Louw interesseren zich beide in identiteit van de opdrachtgever; van welke sfeer, materialen en kleuren zij houden, dat komen zij overeen. Beide vinden het belangrijk om te weten wat te klant niet mooi vindt, want het gaat erom dat opdrachtgever zich thuis voelt.

v  Richard Vink en Max Louw hebben allebei een andere manier om hun opdrachtgever het ontwerp te tonen. Richard Vink toont zijn ontwerpen met computervisualisaties en Max Louw maakte zijn tekeningen op een extra groot formaat, zodat dit goed inzichtelijk wordt voor de klant. Natuurlijk heeft dit ook te maken met nieuwe moderne technieken.

v  Richard Vink vindt het vooral belangrijk dat de klant het ontwerp mooi vind (smaken verschillen). Max Louw daarin tegen gaat er vanuit dat zijn ontwerp in de smaak valt bij de klant, aangezien zij het interieur in de winkel van Max hebben uitgezocht.

v  Max Louw gaat er vanuit dat het oorspronkelijke model/ontwerp hetzelfde is bij de realisatie, tenzij er onvoorziene omstandigheden zijn. Richard Vink stelt dat een tekening nooit hetzelfde is als het eindresultaat, maar het ontwerp en indeling zijn wel goed te herkennen in het eindresultaat.

v  Richard Vink en Max Louw vinden beide het lichtplan zeer belangrijk. Richard Vink geeft echter eerst voorrang aan het ontwerp en inrichting, terwijl Max Louw het lichtplan voorrang geeft aan de inrichting (beter goed licht, dan goed zitten).

v  Richard Vink en Max Louw hebben beide een eigen netwerk om zich heen van aannemers en andere specialisten voor de realisatie van het project.

v  Richard Vink en Max Louw betrekken beide hun opdrachtgever in het proces. Alleen Richard Vink laat de klant zelf bepalen hoeveel hij bij proces betrokken wil worden en Max Louw probeerde hier meer sturing aan te geven.



Maak jouw eigen website met JouwWeb